Regels uit Wet voorkeursrecht gemeenten nu in de Omgevingswet

In ons kleine landje staan overheden voor een grote opgave om de beperkte beschikbare ruimte zo goed mogelijk te benutten. Daarbij strijden woningbouw, natuur, landbouw, infrastructuur en energie om voorrang. Om de regie te houden op de ontwikkelingen binnen een gebied kunnen overheden gebruikmaken van zogenoemde voorkeursrechten. Voorheen op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten, sinds 1 januari 2024 op grond van de Omgevingswet.

Tot 1 januari 2024: Wet voorkeursrecht gemeenten
Op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten konden overheden (gemeenten, provincies en het Rijk) onder bepaalde voorwaarden gebieden aanwijzen waarbinnen grondeigenaren hun gronden niet mochten verkopen zonder deze eerst aan het betreffende overheidsorgaan aan te bieden. Besloot de overheid de grond de kopen? Dan gebeurde dit tegen de dan geldende marktwaarde. Maakte de overheid geen gebruik van het aanbod? Dan stond het de grondeigenaar gedurende drie jaar vrij om de grond aan een andere partij te verkopen. Was de grond na die drie jaar nog niet verkocht? Dan kreeg de overheid opnieuw het recht van eerste koop.

Sinds 1 januari 2024: voorkeursrechten in de Omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, op 1 januari 2024, is de Wet voorkeursrecht gemeenten komen te vervallen. De regels uit deze wet zijn echter grotendeels ongewijzigd overgegaan in de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet. Nieuw is wel dat het voorkeursrecht komt te vervallen als het al vijf jaar is gevestigd op grond van een omgevingsplan, en de overheid afziet van koop.

De Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet is te vinden in hoofdstuk 9 en hoofdstuk 16 van de Omgevingswet. In grote lijnen werkt de procedure als volgt:

  • Een voorkeursrecht kan alleen worden gevestigd op gronden die een niet-agrarische bestemming zullen krijgen. Ook moet het huidige gebruik van de grond afwijken van de (in bijvoorbeeld het omgevingsplan, de omgevingsvisie of een programma) nieuw toegedachte functie.
  • Voor het vestigen van het besluit zijn twee vestigingsbesluiten nodig. Bij een gemeentelijk voorkeursrecht zijn dat een besluit van het college van B&W en (binnen drie maanden daarna) een vestigingsbesluit van de gemeenteraad.
  • Het voorkeursrecht geldt, afhankelijk van de situatie voor drie of vijf jaar. Deze termijn kan worden verlengd.
  • Als een grondeigenaar zijn perceel aan het overheidsorgaan heeft aangeboden, heeft dit orgaan zes weken de tijd om te beslissen of zij in beginsel bereid is om de grond aan te kopen. Doet zij dit niet op tijd of wil zij de gronden niet aankopen? Dan mag de grondeigenaar de gronden gedurende drie jaar vrij verkopen.
  • Wil het overheidsorgaan de grond wel aankopen? Dan gaan partijen in onderhandeling over de prijs. Komen zij er niet uit? Dan kunnen zij de rechter vragen om de prijs te bepalen. De grondeigenaar is echter niet verplicht om de gronden voor de door de rechtbank vastgestelde prijs te verkopen.
  • Verkoopt de grondeigenaar zijn perceel zonder het eerst aan de overheid aan te bieden? Dan mag de overheid de nietigheid van die overeenkomst inroepen.

Vanaf juli 2024: voorkeursrecht voor de gemeente in Hoogkarspel
Deze zomer is in Noord-Holland het voorkeursrecht daadwerkelijk toegepast. Eén van de prioriteiten van het college van de gemeente Drechterland is namelijk het versneld bouwen van woningen, onder meer in Hoogkarspel-Zuid. Om dit mogelijk te maken heeft het college vanaf 13 juli 2024 het voorkeursrecht toegepast voor een gebied dat wordt begrensd door Westerwijzend, Oosterwijzend, de gemeentegrens van Drechterland met Stede Broec en de Wesfrisiaweg. In eerste instantie voor drie maanden, en op 23 september a.s. moet de gemeenteraad een besluit nemen over het voorstel van het college. Bij een positief besluit geldt het voorkeursrecht voor een periode van drie jaar. Dit betekent dat grondeigenaren die hun grond in dit gebied willen verkopen deze grond dan eerst moeten aanbieden aan de gemeente.

Vragen?
Heeft u vragen over voorkeursrechten voor overheden? Dan kunt u contact opnemen met Jasper de Boer, specialist (ruimtelijk) bestuursrecht. Dat kan via j.deboer@oprecht.nl of telefoonnummer 0229-28 50 70.