Sinds 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap van kracht. Deze wet brengt wijzigingen met zich mee voor verhuurders van woonruimte en verblijfsruimte voor arbeidsmigranten, maar ook voor verhuurbemiddelaars. In dit artikel vertelt Oprecht Advocaten er meer over.

Ongewenst verhuurgedrag
Met de Wet goed verhuurderschap hebben gemeenten meer mogelijkheden om ongewenst verhuurgedrag, zoals woondiscriminatie, intimidatie, onredelijke servicekosten en een te hoge borg tegen te gaan. Ook kunnen gemeenten door middel van een verhuurvergunning aanvullende eisen aan verhuurders stellen. Denk daarbij aan een eerlijke huurprijs of tijdig onderhoud.

De Wet goed verhuurderschap
De nieuwe wet is van toepassing op alle verhuurders van woon- en verblijfsruimte (dus ook woningcorporaties) en verhuurbemiddelaars. Op grond van de wet hebben (of krijgen) zij een aantal verplichtingen:

  • Vanaf 1 januari 2024 moeten verhuurders en verhuurbemiddelaars een schriftelijke werkwijze hebben om woondiscriminatie tegen te gaan. Deze werkwijze moeten zij openbaar maken, bekend maken bij hun werknemers en waar nodig aanpassen.
  • Verhuurders en verhuurbemiddelaars moeten, om woondiscriminatie tegen te gaan, een heldere en transparante selectieprocedure gebruiken en bekendmaken. Daarbij moeten zij gebruik maken van niet-discriminerende selectiecriteria, zoals volgorde van aanmelding of een bepaalde inschrijfduur. Ook moeten zij aan afgewezen kandidaat-huurders uitleggen waarom voor een andere huurder is gekozen.
  • Zij mogen niet meer dan 2 maanden kale huur aan borg vragen. Dit geldt voor huurcontracten die vanaf 1 juli 2023 zijn of worden gesloten. Voor huurovereenkomsten van voor 1 juli 2023 bedraagt de borgsom maximaal 3 maanden kale huur.
  • Aan het einde van de huurovereenkomst moeten zij de borgsom binnen 14 dagen terugbetalen. Moet er worden verrekend? Dan moet dit binnen 30 dagen. Ook mogen niet meer alle kosten worden verrekend met de borgsom. Zo is het bijvoorbeeld niet meer toegestaan om administratiekosten te verrekenen.
  • Verhuurders mogen allen nog redelijke servicekosten in rekening brengen. Andere kosten dan opgenomen in het Beleidsboek Servicekosten zijn niet meer toegestaan.
  • Verhuurders en verhuurbemiddelaars moeten huurders over meer zaken gaan informeren. Achteraf, over de verrekening van de borgsom bijvoorbeeld. Maar ook vooraf, voordat de huurovereenkomst wordt gesloten. Daarbij gaat het vooral over rechten en plichten. Een overzicht van de informatie die moet worden gegeven, staat in de wet en in de Regeling goed verhuurderschap. Het verdient aanbeveling om deze informatie in een apart informatieblad bij de huurovereenkomst te voegen. Let op: deze verplichting is ook van toepassing op huurovereenkomsten die vóór 1 juli 2023 zijn gesloten. Op uiterlijk 1 juli 2024 moet aan deze verplichting zijn voldaan.

Voor huurcontracten die vanaf 1 juli 2023 worden gesloten is een schriftelijke huurovereenkomst verplicht.

Verder mogen verhuurbemiddelaars sinds 1 juli 2023 geen bemiddelingskosten aan zowel huurder als verhuurder in rekening brengen.

Ook is in de wet opgenomen dat verhuurders en verhuurbemiddelaars huurders niet mogen intimideren, bijvoorbeeld door dreigen de elektriciteit af te sluiten. Nu was intimidatie al strafbaar, maar hiermee krijgt de gemeente de bevoegdheid om ook bestuursrechtelijk te handhaven.

Vergunningplicht
Als dat nodig is voor de leefbaarheid in een wijk, kunnen gemeenten in een verhuurverordening een vergunningplicht voor de verhuur van woon- of verblijfsruimte opnemen. Aan deze vergunningplicht kunnen dan aanvullende voorwaarden worden verbonden, zoals een onderhoudsverplichting, maximering van huurprijs of een maximale huurprijsverhoging. Deze vergunningplicht geldt nooit voor woningcorporaties.

Arbeidsmigranten
Om arbeidsmigranten beter te beschermen moeten verhuurders en verhuurbemiddelaars zich aan een aantal extra regels houden. Zo moeten de arbeidsovereenkomst en de huurovereenkomst apart worden vastgelegd. Ook moeten verhuurders en verhuurbemiddelaars de arbeidsmigrant informeren in een taal waaraan deze de voorkeur geeft.

Toezicht en handhaving
Gemeenten krijgen een grote rol bij het toezicht op en handhaving van de wet. Zo moet iedere gemeente op 1 januari 2024 een meldpunt hebben voor klachten over ongewenst verhuurgedrag. De gemeente kan er na een melding of signalen van ongewenst verhuurverdrag voor kiezen om zelf een onderzoek in te stellen en al dan niet te handhaven of, als dat niet mogelijk is, de melder hulp bieden bij het vinden van een andere instantie.

Voor woningcorporaties ligt het toezicht op de naleving van deze wet bij de Autoriteit woningcorporaties.

Vragen?
Wilt u weten wat deze wet voor u betekent? Dan kunt u altijd contact opnemen met Ilse Sinnige, via i.sinnige@oprecht.nl of telefoonnummer 0229-285070.